maandag 24 december 2012

Mijn aanbidding is voor U

De hieronderstaande gedichten/stukjes zijn ontstaan bij het lezen van het boekje: 'Mijn aanbidding is voor U' van Louie Giglio.
Sommige zinnen raakten mij zo diep dat ik gewoon schrijven moest.
Mijn gebed was hierin, dat Zijn Geest mij zou leiden zodat het ook voor anderen tot bemoediging mag zijn.


Nav. Hoofdstuk 1
Geschapen om Hem te weerspiegelen

Door Zijn hand geschapen.
Kostbaar in Zijn ogen;
waardevol, geliefd, bemind.
Opdat ik tot Zijn eer zal leven;
Zijn heerlijkheid zal weerspiegelen.
De wereld zal zien:
zij is Gods kind.

We zijn geschapen om Gods heerlijkheid te weerspiegelen.

Als je vandaag Zijn stem hoort,
wees dan niet koppig.

Hebreeën 4:7b



Nav. Hoofdstuk 2
'Hier ben Ik!'

Heer, U schiep ons
met een zoekende ziel,
opdat wij U zouden zoeken
en al tastend zouden vinden.

Onze ziel zal nooit tot rust komen,
tot zij rust vindt in U.
En U bent nooit ver bij ons vandaan,
verlangend opnieuw Uzelf met ons te verbinden.

God is voortdurend op zoek naar jou!
Hij legt over elke dag de uitnodiging:
Hier ben IK!
Zoek Mij en je zult Mij vinden.

Hier ben Ik;
Ik ben nooit ver weg!


... opdat zij de Heere zouden zoeken,
of zij Hem misschien al tastend zouden mogen vinden,
hoewel Hij niet ver is van ieder van ons.
Want in Hem leven wij,
bewegen wij ons
en bestaan wij ...

Handelingen 17:27,28




Nav. Hoofdstuk 3
Je wordt wat je aanbidt

Wie of wat wil je zijn?
Wie of wat
wil jij aanbidden?
Waar hecht jij
de meeste waarde aan?

Wie of wat bepaalt
wie jij bent
of zult worden?
Wie of wat
zit op de troon
van jouw leven?

Er is een strijd
om jouw
en mijn aanbidding.
Er is er één
die alle aanbidding
weg wil halen
van Degene
Die het waarlijk
toebehoort.

Kies dan heden
wie jij wilt dienen;
kies dan heden
wie jij wilt aanbidden.

Wat we aanbidden, dat worden we.

Zoals zij, zo worden ook hun makers,
en ieder die op hen vertrouwt.

Psalm 115:8




Nav. Hoofdstuk 4
Het kruis, de plaats waar aanbidding begint

Heer Jezus,
U legde vrijwillig
Uw leven af.
U koos ervoor
om aan het kruis
te laten zien
hoeveel God van ons
mensen houdt;
dat Hij zowel rechtvaardig
als liefdevol is.
U gaf Uw leven,
opdat wij
zouden leven.

Het kruis,
waaraan U
de wreedste dood
stierf;
het kruis, dat zo
met Uw bloed
was bedekt,
is voor ons
de plaats van
genezing geworden.
De plaats van
onvoorwaardelijke liefde.

Vanaf het kruis
klinkt het lied
van verlossing;
komt een stroom
van genade.
Het kruis
is de plaats
van vrede;
de plaats
waar aanbidding
begint.

Het kruis is de plaats waar echte aanbidding begint.

Toen de centurio,
die recht tegenover hem stond,
hem zo zijn laatste adem zag uitblazen,
zei hij:
‘Werkelijk, deze mens was Gods Zoon.’

Marcus 15:39




Nav. Hoofdstuk 5
Aanbidden is een werkwoord

Aanbidding:
Iets zien
van de grootheid,
de majesteit,
de glorie,
en de Genade
van een God
Die door niets is
of wordt beperkt.

Daarop reageren;
alleen of samen,
op Wie Hij is,
wat Hij doet
of heeft gedaan.
Dat laten zien
in onze woorden,
in ons leven.

Hij is het
Die regeert
over de hemel
en de aarde.
Hij is het,
Die de touwtjes
in handen heeft,
ons leven leidt;
in en door
ons werkt.

Hij nodigt ons uit,
terwijl Hij alles
in handen houdt
door Zijn
onmetelijke kracht,
omhoog te kijken,
Hem te bewonderen
en Hem alle lof,
eer en glorie,
te geven.

Aanbidden is werken.
Aanbidden is roepen,
zingen en dansen.
Aanbidden is klappen,
buigen en spreken.
Aanbidden is overdenken,
je hoofd omhoog heffen,
bewonderen.
Aanbidden is stil worden,
afgoden wegdoen,
naar Hem toe rennen.
Aanbidden is …

Aanbidden is een werkwoord

Zing voor God, zing psalmen voor Zijn Naam;
spring op van vreugde voor Zijn aangezicht.
In U zal ik mij verblijden en van vreugde opspringen,
ik zal voor Uw Naam psalmen zingen, o Allerhoogste!

Kom, zie de daden van de HEERE.

Spreken zal ik
over uw grote luister, uw grote majesteit,
over uw wonderen,
tot iedereen zal verkondigen
hoe machtig, hoe ontzagwekkend u bent!
Ja, ik zal vertellen
hoe groot u bent.

Ik zal neerknielen,
mijn gezicht naar uw heiligdom,
en u prijzen
om uw liefde,
om uw trouw.
Want u doet uw woord gestand,
u houdt uw naam in ere.

Naar u, Heer, kijk ik op,
u troont hoog in de hemel.

Ik overdenk Uw bevelen
en heb oog voor Uw paden.

Want Uw goedertierenheid houd ik voor ogen,
ik wandel in Uw waarheid.

In nood roep ik de Heer,
Hij antwoordt mij.

Want met U ren ik door een legerbende,
met mijn God spring ik over een muur.

Ik zal die afgoden geen offers meer brengen,
ik zal hen niet vereren,
hen niet te hulp roepen.

Ik stel mij de HEERE voortdurend voor ogen;
omdat Hij aan mijn rechterhand is, wankel ik niet.

Zeker, mijn ziel is stil voor God;
van Hem is mijn heil.

Ps. 68:5a,5c; Ps. 9:3; Ps. 46:9a; Ps. 145:5,6; Ps. 138:2; Ps. 123:1; Ps. 119:15;
Ps. 26:3; Ps. 120:1; Ps.18:30; Ps. 16:4b,8; Ps. 62:2





Nav. Hoofdstuk 6
Oneindig ontzagwekkend

Heer,
U bent God.
U bent
Die U bent;
altijd en eeuwig.
Onveranderlijk.
Zuiver en stralend,
volkomen goed.
Zonder enig gebrek.

U bent ontzagwekkend
in heerlijkheid en heiligheid.
Uw grootheid
is onbeschrijfelijk.
Ondoorgrondelijk en onbegrijpelijk
zijn Uw oordelen en wegen,
Uw rijkdom, wijsheid en kennis
onuitputtelijk.

En toch ...

U, o God,
oneindig in wezen en macht,
bekend en vertrouwd
met ons en onze wegen,
verlangt naar ons,
naar onze liefde,
naar onze aanbidding.

O goddelijk mysterie
van oneindig ontzagwekkend
en toch intiem benaderbaar;
van Schepper,
maar ook Vader;
van Almachtige God
en ook Vriend.
O onbegrijpelijk wonder
van genade.

Ik prijs U voor Wie U bent.
Ik eer U voor wat U hebt gedaan.
In vreugde en verdriet,
ja, ook als ik U niet ervaar.
Iedere dag van mijn leven
wil ik U aanbidden,
alleen, of met mijn broeders
en zusters bij elkaar.

U, Heer, mijn God, bent oneindig ontzagwekkend!

O, diepte van rijkdom,
zowel van wijsheid als van kennis van God,
hoe ondoorgrondelijk zijn Zijn oordelen
en onnaspeurlijk Zijn wegen!
Want wie heeft de gedachten van de Heere gekend?
Of wie is Zijn raadsman geweest?
Of wie heeft Hem eerst iets gegeven
en het zal hem vergolden worden?

Want uit Hem
en door Hem
en tot Hem
zijn alle dingen.
Hem zij de heerlijkheid,
tot in eeuwigheid.

- Amen –

Romeinen 11:33-36




Nav. Hoofdstuk 7
Aanbidding is een levenswijze

Aanbidden
is eerbied en ontzag,
is buigen voor,
is dienen.

Aanbidden
is jezelf aan God geven
als een levend en heilig,
en een Hem welgevallig offer.
Is Hem alles geven
wat je hebt;
is je antwoord
op alles wat Hij heeft gedaan.

Aanbidden
is God niet alleen eren met je woorden,
maar ook met je daden,
is niet alleen zeggen,
maar ook doen.

Aanbidden
is meer dan een lied.
Aanbidden
is Leven.

Aanbidding is een Levenswijze.

Broeders en zusters,
omdat God zo goed voor ons is,
roep ik u op, uzelf aan te bieden
als een levende en heilige offergave
die hij graag aanvaardt.
Dat is úw ware eredienst; ...

Romeinen 12:1

Dus, dit moeten jullie doen,
en God helpt jullie erbij:
Neem je gewone, dagelijkse leven -
Je slapen, eten, werken, bezig-zijn -
en geef het aan God als een offer.
Van harte aanvaarden wat God voor je doet,
is het beste wat je voor Hem kunt doen.

Eugene Peterson




Nav. Hoofdstuk 8
Door Jezus alleen

Door het offer van Jezus
kunnen wij aanbidden.
Door Zijn dood is het mogelijk
om door God te worden aanvaard.
Door Jezus kunnen wij naderen
tot de troon van genade.
Is Hij niet al onze lofprijs
en aanbidding waard?

In Jezus Christus
zijn we vrij.
Voor eeuwig hebben wij
Zijn vergeving ontvangen.
Laten we door Jezus voortdurend
God een lofoffer brengen.
Hij wacht op onze aanbidding
vol verlangen.

Laat zo ons leven
een leven van aanbidding zijn.
Een leven dat weerspiegelt
Zijn goedheid en genade.
Een manier van leven,
een ononderbroken lied,
dat Hem elk moment
met aanbidding zal overladen.

Jezus is de eeuwige deur waardoor wij binnengaan om God te aanbidden.

Laten we door Jezus
voortdurend aan God een lofoffer brengen
door zijn naam openlijk te prijzen.
Vergeet ook niet om goed te doen
en elkaar te helpen.
Dat zijn de offers
die God graag ziet.

Hebreeën 13:15,16




Nav. Hoofdstuk 9
In woord en daad

Zuig je vol met Gods woord.
Laat de wortels van Zijn karakter
tot diep in je hart en in je gedachten doordringen.
Dan zullen oprechte woorden,
tot en over Hem,
als een lofoffer in je binnenste ontspringen.

God aanbidden.
In wat we zeggen en in wat we doen;
in onze woorden en in onze daden.
Vrucht van onze lippen en ons leven.
Hem in alles met aanbidding overladen.
Thuis of op je werk.
Of je nu alleen bent
of samen in de kerk.

Elke gewone taak,
hoe onbelangrijk ook in onze ogen,
kan door een houding van aanbidding
worden tot een lofoffer voor Hem.
Laten we aanbidden
door Zijn hart te weerspiegelen
zowel in onze daden als met onze stem.


Als we onszelf in Gods karakter onderdompelen,
begint Gods karakter te groeien 'aan de takken van onze boom'.
Zijn karakter wordt uiteindelijk zichtbaar
in de dingen die wij doen.


Laten we door Jezus
voortdurend aan God een lofoffer brengen
door zijn naam openlijk te prijzen.
Vergeet ook niet om goed te doen
en elkaar te helpen.
Dat zijn de offers
die God graag ziet.

Hebreeën 13:15,16




Nav. Hoofdstuk 10
Aanbiddingsreis

Onze aanbidding is een reactie op God.
Hem moeten we in het oog houden
en doorgaan met dagelijks ontdekken wie Hij is.
Stap voor stap,
beetje bij beetje,
maar voortdurend in beweging.

Tijd vrijmaken om met Hem samen te zijn.
Zijn woord openen
en meer en meer ontdekken
wie Hij is.
De tijd met Hem niet beëindigen
zonder te beseffen dat Hij bij je is
en deel wil zijn van je leven.

Ontdek Zijn eigenschappen,
ontdek Zijn karakter.
Bouw gaandeweg aan je relatie met Hem.
Proef en zie hoe goed Hij is.
Gelukkig is de mens
die zijn toevlucht zoek bij Hem.
Proef en zie;
je zult zien, je zult merken,
hoe goed Hij is.
Kom dichterbij!
Ontdek!

Een persoonlijk leven van aanbidding ontwikkelen,
is het belangrijkste wat je kunt doen.
Daar begint de aanbiddingsreis.


Nader tot God,
en Hij zal tot u naderen.

Jacobus 4:8




Nav. Hoofdstuk 11 (slot)
Samen

Lieve Vader in de hemel.
Allereerst wil ik U bedanken voor mijn reis door dit boekje over aanbidding.
Dank U wel voor de dingen die U mij heeft laten zien, voor wat ik mocht leren, voor de woorden die U mij heeft gegeven.
Zoals U weet, ben ik nu bij het laatste hoofdstuk gekomen en hier verandert de reis van alleen naar samen, naar met elkaar.
Vanuit Uw woord weten we het eigenlijk allemaal heel goed, maar wat is de praktijk moeilijk.
We weten dat het Christelijk geloof niet iets is voor ons persoonlijk alleen, maar zoals het hier zo mooi in het boekje staat, een familieaangelegenheid.
Door Uw Zoon, onze Here Jezus Christus, zijn we met U verbonden en door U weer met elkaar.
'We zijn Zijn lichaam, Zijn volk, Zijn gezin, Zijn vertegenwoordigers in deze wereld!'
En een ieder van ons heeft daarin zijn/haar eigen bijzondere plaats.
Ik word stil, als ik kom bij de zin dat de kerk een stuk beter af zou zijn, als onze bijeenkomsten vol zouden zijn met mensen die God zes dagen lang hebben nagejaagd voordat ze bij elkaar kwamen.
Wat is dat iets om over na te denken en om de diepte en de reikwijdte daarvan tot ons door te laten dringen.
Zo ook de vraag die me even later tegemoet komt: 'Wat zou er gebeuren als we aanbiddend naar de kerk zouden gaan, en al voor de deur vol zouden zijn van het besef van Zijn aanwezigheid?'
O Vader, hoe vaak gaan we niet naar de kerk met een onrustig hart,een boos of verbolgen hart, een sceptisch hart, een ....
Wat bepalen de omstandigheden van thuis of de dingen die zich die ochtend hebben afgespeeld, vaak de hartsgesteldheid waarmee we naar de kerk gaan.
En wat kunnen we dat vaak maar moeilijk van ons afzetten en loslaten om ons te richten op U, op een gezamenlijke ontmoeting met U.
O. hoe zou het zijn als we inderdaad al voor de deur van de kerk vol zouden zijn van Uw aanwezigheid ...
'Al onze persoonlijke beken van aanbidding zouden samenvloeien tot één kolkende rivier.'
O Vader, vergeef me als ik teveel overneem uit dit boekje en het citaatrecht overschrijd.
Maar deze woorden, Vader, ze raken mijn hart zo diep dat ik ze voel, ze proef, ze zie.
Ik voel als het ware het kolken van die rivier in mijn hart en ik moet er overschrijven, ik moet het delen.
O, wat zou het inderdaad allemaal anders worden.
Vergeef ons, Vader, dat we ons zo makkelijk laten inpakken en beheersen door wat er op ons afkomt.
Dat we vaak slechts maar een klein beetje van onze tijd en aandacht aan U geven.
Dat U niet onze onverdeelde aandacht krijgt.
Vergeef mij, vergeef ons en help ons ...
Doe mij -ons- meer stilstaan bij Wie U bent, bij Uw grootheid.
Heere, als ik 'Uw huis' zou binnengaan in het volle besef Wie ik, samen met mijn broeders en zusters ga ontmoeten, in het volle besef van Uw grootheid, Uw liefde, Uw genade, wat zou het dan inderdaad anders zijn.
O Vader, leid mij, leid ons Uw gemeente, door Uw Heilige Geest en verander mij, verander ons.
Maak ons hart bereid om U samen in eenheid te ontmoeten en U te aanbidden in het volle besef van Wie U bent.
In Jezus 'Naam bid ik U dit.

- Amen –

U aanbidden.
Alleen of samen
met een voorbereid hart,
met onverdeelde aandacht,
in het diepe besef van Uw grootheid,
Uw liefde en genade.
Dat U bent Wie U zegt dat U bent.
Inademend het wonder dat U er altijd bent;
uitademend woorden en daden,
die laten zien wie U bent.
Onszelf volkomen gevend.
Voor eeuwig verbonden
met Uw eindeloze heerlijkheid.

'Wat zou er gebeuren als we aanbiddend naar de kerk zouden gaan, en al voor de deur vol zouden zijn van het besef van Zijn aanwezigheid?'

U bent het waard, Heere,
te ontvangen de heerlijkheid,
de eer en de kracht,
want U hebt alle dingen geschapen,
en door Uw wil bestaan zij en zijn zij geschapen.

En zij zeiden met luide stem:
Het Lam Dat geslacht is, is het waard om de kracht te ontvangen,
en rijkdom, wijsheid, sterkte, eer,
heerlijkheid en dankzegging.

- Amen –

Openbaring 4:11
Openbaring 5:12


Geen opmerkingen:

Een reactie posten