Mijn verdriet.
Waarom bagatelliseer ik het vaak zo?
Mag het er dan van mijzelf
of van de wereld eigenlijk niet zijn?
Waarom doe ik alsof het van een ander altijd erger is?
Waarom ontken ik daarmee de diepte van mijn pijn?
Als ik geplaagd word door tegenslagen
en iemand vraagt: 'Hoe is 't met jou?',
dan zeg ik gelijk achter mijn antwoord aan:
'maar er zijn veel ergere dingen, hoor,
kijk maar eens naar die en die,
waar zij door heen moeten gaan.'
Met deze woorden stop ik wat ik voel en ervaar maar weg
en plaats het bij de rest van mijn verdriet.
De stapel wordt groter en groter,
maar ik hoef niet bang te zijn, er is toch 'niemand' die het ziet.
Al gauw vinden wij dat mensen klagen,
terwijl God ons aan elkaar gegeven heeft
om elkanders lasten te helpen dragen.
Al gauw vinden wij dat mensen zeuren,
maar God heeft ons ook aan elkaar gegeven
om de ander op te beuren.
Ja, er is verschil in grootte van pijn of verdriet;
er is verschil in zorgen of problemen in elk huis of gezin.
De één lijkt meer op zijn bordje te krijgen dan de ander,
maar een ieder voelt zijn eigen pijn en verdriet diep binnenin.
Het is echt, het is reëel en het mag er zijn.
Stop het niet meer weg, maar doorleef
en je kunt er ook voor een ander zijn.
Samen huilen, samen lachen, samen delen,
zo heeft God het bedoeld;
draag elkanders lasten,
draag elkanders verdriet en pijn.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten