Rampspoed overvalt me;
ruïneert mijn bestaan.
Ontneemt mij de reden
om nog verder te leven.
Pijn, verdriet en eenzaamheid
eten me op, zuigen me leeg,
tot zinloosheid als een deken zonder doel
me volledig lijken te omgeven.
Een leeg omhulsel
is dan alles wat nog rest
en mijn bede tot God in de hemel
lijkt aan het plafond vast te kleven.
Een leeg en wanhopig mens.
Een gesloten hemel.
Onverhoorde gebeden.
Alles met en door elkaar verweven.
Dan geef ik het strijden op
en geef mij over
aan de gevoelens van leegte en zinloosheid.
Ik leg mij inéén terneer,
door hopeloosheid gedreven.
Mijn ogen zijn gesloten
als een diepe warmte mij omgeeft.
Van boven valt een lichtstraal
op mijn nietig persoontje neer.
Langzaam richt ik mij iets op
en zie een paar handen
met het mooist denkbare, witte kleed.
Krachtig, stralend en toch ook heel teer.
In het schijnsel van het warme licht
knielt Iemand naast mij
en legt het kleed teder om mij heen.
M'n adem stokt - het is de liefde van de Heer.
Een golf van emoties en gevoelens
spoelen over en door mij heen.
Liefde, warmte, vergeving en hoop,
o, Heer Jezus, zo dicht bij U,
is alles wat ik begeer.
Engelen komen dichterbij
en beschutten ons met hun vleugels.
Zetten mij en de Heer even apart
van de wereld en al wat mij zo bezeer.
Dan helpt Zijn hand mij overeind
en zet mij weer stevig op mijn voeten.
Het witte kleed van Rechtvaardiging
brengt in mijn leven een keer.
Gevoelens van bitterheid en eenzaamheid,
van zinloosheid en leegte,
ebben langzaam weg,
en maken plaats
voor de warmte van Zijn liefde en vergeving.
Het richt mij op
en geeft mij de zin en het doel te leven, weer.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten