Geschreven bij het schilderij van Christa Rosier.
www.christarosier.nl
Tranen zijn een deel
van mijn wezen geworden.
Ik kan niet meer,
ik wil niet meer.
Mijn vele, vele gebeden
lijken niet verder te komen
dan het plafond van mijn huis.
O God, mijn God,
waar, waar bent U, Heer ?!
Mijn wereld staat stil,
de rest gaat door.
Mensen komen en gaan,
maar ik, ik zie geen uitkomst meer.
Pijn en verdriet, onmacht en wanhoop,
zijn verweven met mijn bestaan.
Ik sta met mijn gezicht tegen de muur.
O God, mijn God,
waar, waar bent U, Heer ?!
Mijn schouders schokken
en ik huil bittere tranen.
Mijn hoofd leunt moedeloos tegen de muur
met uitgestrekte hand naar U, o Heer.
Mijn geliefde dochter.
Draaide je je toch maar eens om.
Dan ervoer je Mijn aanwezigheid
in het licht van troost dat schijnt over jou.
Je huilt bittere tranen,
maar Ik, Ik huil met je mee
Je weet toch immers, diep in je hart,
hoeveel Ik van je hou ?!
Kom, draai je toch om,
en laat Me delen
in de pijn van je verdriet.
Mijn hart krimpt ineen om jou ....
Geen opmerkingen:
Een reactie posten