Ik doe mijn schoenen uit
en stap in het Licht
van Uw aanwezigheid.
Ik kom bij U
precies zoals ik ben
en wil vertoeven
in Uw tegenwoordigheid.
Bij U voel ik me veilig
en vertrouwd.
Bij U mag ik zijn
wie ik ben.
Bij U, die mij zo liefheeft
ondanks alles.
Bij U, de Enige die mij
echt werkelijk kent.
Ja, U kent mij, ziet mij.
Geen woord of gedachte
is voor U verborgen.
Of ik nu zit of sta,
rust of werk,
mijn plannen voor morgen.
Ieder onuitgesproken woord,
mijn hart vol zorgen.
En in dit alles
bent U om mij heen.
Omgeeft U mij,
van achter en van voor.
Zoals U, is er géén.
Hoe is het mogelijk
dat ik U toebehoor.
Dan kan ik alleen
maar spreken,
de woorden die David
vroeger sprak.
'Het begrijpen is mij
te wonderbaar,
te verheven,
ik kan er niet bij.'
Ik kan U alleen
nog maar danken
voor de wijn
en het brood
dat U brak.
Naar: Psalm 139:2-6
Geen opmerkingen:
Een reactie posten