zondag 4 november 2012

Pijn!!

Langzaam stroop je je mouw op.
't Komt goed, mam,
't komt goed, mam.
Maar mijn ogen zien slechts
de inkervingen in je arm,
van boven naar beneden.

Van binnen krimpt alles ineen.
Zo'n pijn,
zo'n pijn.
Mijn hart lijkt te verschrompelen
en mijn stille en wanhopige schreeuw
stijgt omhoog langs hemelse treden.

Is het dan nog niet genoeg, o God?
Ik kan niet meer.
Ik wil niet meer.
Mijn ogen zien slechts
de wanhoop en de strijd
van nog een opgejaagd kind.

O God, mijn stille gekerm stijgt omhoog.
Waarom?
Waarom?
Wat is er toch mis met ons?
Wat heb ik verkeerd gedaan?
Ik heb hem immers altijd zo bemind.

Gevoelens van boosheid, pijn en verdriet,
van opstand, wanhoop en angst
strijden om het hardst hun strijd.
Slepen me naar beneden,
weg van mijn hemelse Vader,
weg van de plaats van veiligheid.

Ik dwaal verloren rond.
Probeer er te zijn, zoveel ik kan.
Maar God, wat ben ik moe, zo moe.
'Kom maar bij Mij'; klinkt een stem,
'allen die vermoeid en belast zijt.'
Maar ik ben boos en sluit de deur toe.

Ik kijk naar je, terwijl je de vaat doet.
Je mouwen blijven opnieuw naar beneden.
Dan weet ik voor nu weer genoeg.
Ik keer me om en tranen druppen
langs m'n wang omlaag.
We hebben nog een lange weg voor de boeg ...

Pijn!!!

Zo'n pijn!!!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten